Radboud Centrum Sociale Wetenschappen

Postacademisch Onderwijs voor een Veerkrachtige Samenleving
 

(5) Een pleidooi voor gezond verstand onder zorgbestuurders

Door: 
Jan Bransen

Vijf jaar geleden verscheen mijn boek Laat je niets wijsmaken. Daarin houd ik een pleidooi voor het gezonde verstand dat het wat mij betreft, vooral in de domeinen van zorg en onderwijs, onterecht aan het verliezen is van wetenschappelijke expertise. In 2014 won ik er een prijs mee voor het meest urgente en beste filosofieboek. In 2017 verscheen de Engelse vertaling, Don’t Be Fooled.

Mooie persoonlijke successen, maar dat neemt niet weg dat het met ons gezonde verstand nog even beroerd gesteld is als vijf jaar geleden. En er is zelfs een nieuwe dreiging bijgekomen. ‘Gezond verstand’ wordt door veel mensen geassocieerd met het onderbuikgevoel van het volk, waardoor mijn pleidooi voor gezond verstand een pleidooi voor de populisten lijkt te zijn. Als ik betoog dat we het belang van de feiten niet moeten overschatten, omdat er zo weinig ongecompliceerde feiten zijn en de roep om respect voor de waarheid vooral werkt als een ‘conversatie-stopper’, een noodgreep om andersdenkenden de mond te snoeren, ja, dan kun je dat horen als een pleidooi voor ‘bullshit’ en ‘fake-news’, als een populistisch verzet tegen de weldenkende elite die met een beroep op “de Waarheid” vooral hun eigen belangen probeert veilig te stellen.

Dit populistische ‘gezonde verstand’ is nu juist wat we aan onze eerbiedwaardige universiteiten al sinds Francis Bacon proberen te vervangen door het gebruik van de wetenschappelijke methode. Dat heeft heel goed uitgepakt, getuige de fabelachtige successen die de moderne wetenschap alle mensen gebracht heeft. Nog nooit leefden zoveel mensen zo gezond, zonder honger, zonder armoede en zonder oorlog. Wat wil ik dan met mijn kritiek op wetenschap?

Maar daar gaat het mis. Precies daar. Want mijn pleidooi voor gezond verstand is geen pleidooi tegen wetenschappelijke expertise. De hele tegenstelling tussen gezond verstand en wetenschap is misleidend. Het is precies deze tegenstelling die door alle partijen klakkeloos omarmd wordt. Juist daardoor zien we de fundamentele continuïteit tussen gezond verstand en wetenschap over het hoofd. En bovendien missen we de belangrijke kritische component die zo kenmerkend is voor gezond verstand. Populisten en sciëntisten delen dezelfde vooronderstelling: dat er een tegenstelling zou zijn tussen irrationele sentimentaliteit en autoritaire deskundigheid. (De schurende bijvoeglijk naamwoorden neem ik voor mijn rekening.)

Gezond verstand kun je karakteriseren als “op de automatische piloot als het kan, in de onderzoekende houding als het moet”. Die twee horen innig bij elkaar. Alleen op de automatische piloot word je een ongeleid projectiel, iemand die het allemaal altijd onmiddellijk weet, die iedere impuls even absoluut serieus neemt. Dat is geen plausibele figuur, omdat je dan heel systematisch iedere dubbelzinnigheid in je situatie over het hoofd moet zien. Daar heb je wel een heel sterk geradicaliseerd stel oogkleppen voor nodig.

Altijd in de onderzoekende houding is daarentegen weer te krampachtig en te wantrouwend. Er is immers veel, heel veel, dat vanzelf goed gaat, waar je totaal geen aandacht aan hoeft te besteden. Wie daar niet op durft te vertrouwen glijdt af in de richting van de preventie-obsessie, van de verstikkende richtlijnen en volgsystemen.

Ons gezonde verstand is op zijn best als het op het juiste moment soepel heen en weer kan schakelen tussen automatische piloot en onderzoekende houding. Dat vraagt wel om een goed gevoel voor het juiste moment. Dat gevoel heb je niet vanzelf. Dat moet je trainen. Dat kun je trainen.

We kunnen – en moeten – veel meer aandacht besteden aan de ontwikkeling van ons gezonde verstand. Dat moeten we niet veronachtzamen. Ons gezonde verstand is immers geen onderbuikgevoel dat we moeten doodzwijgen en moeten vervangen door methodische expertise.

Ik gebruik deze metafoor in mijn boek. Aanprutsen met een zakmes is voor een verstandige doe-het-zelver geen optie. De wetenschap heeft namelijk fantastisch gereedschap voor ons ontwikkeld. Zomaar al dat gereedschap aanschaffen is echter ook geen optie. Daar heb je niets aan, tenzij je jouw hand ontwikkelt, de hand waarmee je dat gereedschap zult moeten gebruiken. Die hand – dat is jouw gezonde verstand. Oefen hem.

Oefen hem.


Intensieve tweedaagse Gezond verstand voor zorgbestuurders

Het RadboudCSW biedt een intensieve tweedaagse met overnachting aan waarin prof. dr. Jan Bransen zorgbestuurders uitdaagt om hun vastgeroeste processen open te breken en te vernieuwen. 

Meer informatie over deze retraite voor gezond verstand vind je hier.

 

Over RadboudCSW-huisfilosoof prof. dr. Jan Bransen

Prof. dr. Jan Bransen (1958) is hoogleraar filosofie van de gedragswetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen en dacht als RadboudCSW-huisfilosoof een jaar lang mee over de toekomst van het postacademisch onderwijs. 

In zijn laatste boek Gevormd of vervormd? – Een pleidooi voor ander onderwijs (2019) betoogt hij dat onderwijs niet vormt, maar vervormt. Dat komt doordat het uitgaat van verkeerde aannames. Bransen: ‘Dat komt omdat het uitgaat van de verkeerde aannames. Zo lijken we onbewust nog steeds te denken dat we twee fases in ons leven hebben: een fase van leren en een fase van leven. Maar leren en leven doe je tegelijkertijd, je hele leven lang.’ In zijn boek stelt hij voor het onderwijs voortaan te organiseren in duale trajecten, waarin leren en werken samengaan.

Gevormd of Vervormd? Een pleidooi voor ander onderwijs is op 1 februari 2019 verschenen bij ISVW Uitgevers.